Doen van valse aangifte, valse beschuldiging
Doen van valse aangifte, valse beschuldiging
(lasterlijke aanklacht) en valse melding. Als iemand slachtoffer is geworden van een strafbaar feit, dan kan hij daarvan aangifte doen bij de politie. Het doen van valse aangifte is strafbaar gesteld bij wet, in artikel 188 Wetboek van Strafrecht. Als tijdens een onderzoek blijkt dat een persoon valse aangifte heeft gedaan, dan wordt vervolging tegen de aangever ingesteld. De door de politie gemaakte kosten worden op hem verhaald.
Doen van valse aangifte, valse beschuldiging (lasterlijke aanklacht) en valse melding
Het doen van valse aangifte: artikel 188 Wetboek van Strafrecht
Is het doen van een valse melding net zo strafbaar als het doen van een valse aangifte?
Lasterlijke aanklacht: artikel 268 Wetboek van Strafrecht
Het doen van valse aangifte: artikel 188 Wetboek van Strafrecht
Als iemand slachtoffer is geworden van een strafbaar feit, dan kan hij daarvan aangifte doen. Het doen van valse aangifte is strafbaar gesteld bij wet. Als tijdens een onderzoek blijkt dat een persoon valse aangifte heeft gedaan, dan wordt vervolging tegen de aangever ingesteld. Bij valse aangifte gaat het om feiten of gegevens in de aangifte die opzettelijk onjuist zijn, of als er aangifte wordt gedaan van een strafbaar feit, dat helemaal niet heeft plaatsgevonden. De door de politie gemaakte kosten worden op de persoon die valse aangifte heeft gedaan verhaald.
Het doen van valse aangifte is strafbaar gesteld in artikel 188 Wetboek van Strafrecht (WvS). Dit artikel luidt aldus:
Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
‘Wetende dat’ strekt zich uit tot het onware van een door aangever gedane bewerking. Een gedeeltelijk onjuiste aangifte valt ook onder dit wetsartikel, bijvoorbeeld onjuiste informatie over de identiteit van de dader of het plaats delict.
Het beschermd belang van dit wetsartikel is dat het ambtelijk of justitieel gezag wordt beschermd.
Gevangenisstraf varieert van maximaal een jaar of een geldboete van de derde categorie, dat wil zeggen € 4.500 bij natuurlijke personen of € 1.1250 bij rechtspersonen. Een combinatie van beide hoofdstraffen is mogelijk voor een natuurlijk persoon. Als bijkomende straf kan verbeurdverklaring worden uitgesproken over geldmiddelen of goederen (art. 33 WvS). Ingevolge art. 74 Wetboek van Strafrecht kan het Openbaar Ministerie (OM) een transactie aanbieden. Dit heet Transactie Openbaar Ministerie (TOM). Hiermee kan strafvervolging worden voorkomen.
Wet OM-afdoening
Het Openbaar Ministerie (OM) mag sinds 1 februari 2008 voor een aantal veelvoorkomende strafbare feiten zelf straffen opleggen. Dit wordt ‘een strafbeschikking’ genoemd. Het gaat hierbij uitdrukkelijk niet om vrijheidsbenemende straffen. In geval een bestrafte het niet eens is met zijn strafbeschikking, dan kan hij bezwaar maken door verzet in te stellen bij het OM. De strafrechter zal vervolgens de strafzaak in zijn geheel opnieuw beoordelen.
Onder de Wet OM-afdoening vallen, net als bij de transactie, misdrijven waarop een maximum gevangenisstraf staat van zes jaar en alle overtredingen. Een strafbeschikking kan uit verschillende straffen, maatregelen en aanwijzingen bestaan, zoals een geldboete, een werkstraf, een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen, een schadevergoedingsmaatregel voor het slachtoffer en een gedragsaanwijzing zoals een stadionverbod. De wet wordt gefaseerd ingevoerd en zal uiteindelijk de transactie vervangen.
Bij verdenking van het doen van valse aangifte is voorlopige hechtenis niet toegetalen, uitgezonderd als van de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland kan worden vastgesteld (art. 67 Strafvordering).
Terwijl aangever de valse aangifte bij de politie afleget, kan de verbalisant het vermoeden krijgen dat de verklaring geheel of gedeeltelijk onjuist is. De verbalisant mag in dat geval doorvragen zonder de cautie te geven, dat wil zeggen dat conform art. 29 lid 2 Strafvordering (Sv) voor het verhoor aan de verdachte wordt medegedeeld dat hij niet tot antwoorden verplicht is. De cautie hoeft pas gegeven te worden indien iemand als verdachte wordt gehoord i.v.m. zijn mogelijke betrokkenheid bij enig strafbaar feit (Hoge Raad 30 mei 1995, niet gepubliceerd).
Is het doen van een valse melding net zo strafbaar als het doen van een valse aangifte?
Het doen van een valse melding is evenals het doen van een valse aangifte strafbaar gesteld in Nederland. Een valse melding is alleen strafbaar wanneer deze aan bepaalde eisen voldoet, zoals genoemd in artikel 142 Wetboek van Strafrecht:
Hij die opzettelijk door valse alarmkreten of signalen de rust verstoort, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
Hij die opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maakt van een alarmnummer voor publieke diensten wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie.
Lasterlijke aanklacht: artikel 268 Wetboek van Strafrecht
Artikel 268 Wetboek van Strafrecht luidt aldus:
Hij die opzettelijk tegen een bepaald persoon bij de overheid een valse klacht of aangifte schriftelijk inlevert of in schrift doet brengen, waardoor de eer of goede naam van die persoon wordt aangerand, wordt, als schuldig aan lasterlijke aanklacht, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 2 jaren of geldboete van de vierde categorie.
Ontzetting van de in art. 28, 1e lid, onder 1 en 2, vermelde rechten kan worden uitgesproken.
Bij dit wetsartikel is het beschermd belang de aanspraak die een ieder heeft op zijn eer en goede naam. De feiten waarop aangever zijn klacht of aangifte baseert dienen feitelijk onjuist te zijn en hij moet de opzet hebben gehad de eer of goede naam van de beledigde aan te randen.
Ook hierbij geldt dat voorlopige hechtenis niet is toegetalen, uitgezonderd als van de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland kan worden vastgesteld (art. 67 Strafvordering).
Gevangenisstraf varieert van ten hoogste twee jaren of een van € 1.1250 of een combinatie van beide straffen. Als bijkomende straf kan ook hier de verbeurdverklaring worden uitgesproken over geldmiddelen of goederen (art. 33 WvS). Ingevolge art. 74 Wetboek van Strafrecht kan het Openbaar Ministerie (OM) een transactie aanbieden. Dit heetTransactie Openbaar Ministerie (TOM). Hiermee kan strafvervolging worden voorkomen.
‘Bepaald persoon’: ook lasterlijke aanklachten tegen rechtspersonen zijn strafbaar. ‘Bij de overheid”: de aangifte of klacht hoeft niet per se bij politie of justitie, maar kan ook bij andere overheidsorganen worden gedaan. ‘Valse aangifte of klacht’ wil zeggen dat de verklaring van aangever niet hoeft te bestaan uit feiten die een misdrijf opleveren. De zinsnede ‘op schrift doen brengen’ wil zeggen dat er alleen sprake is van ‘op schrift doen brengen’ indien dit de bedoeling was van de klager.
Als de aangifte mondeling wordt gedaan, dan is het delict pas voltooid als een daartoe bevoegd ambtenaar de aangifte of klacht op schrift gesteld, anders is er sprake van ‘poging’. Bovendien moet een klacht of aangifte die bij justitie is gedaan, ondertekend worden door klager (art. 163 lid 2 en 164 lid 2 Sv). Zonder ondertekening, kan er sprake zijn van een strafbare poging.
https://mens-en-samenleving.infonu.nl/regelingen/48675-doen-van-valse-aangifte-valse-beschuldiging-en-melding.html