Meer kinderen met spoed naar de jeugdzorg
Meer kinderen met spoed naar de jeugdzorg
ARNHEM – Het komt steeds vaker voor dat kinderen met spoed geholpen moeten worden in de jeugdzorg. Dat constateert Annet van Zon, bestuursvoorzitter van jeugdzorgorganisatie Lindenhout en voorzitter van de Branche Jeugdzorg Gelderland.
Haar collega Ron König van jeugdzorgorganisatie Entréa herkent dit beeld. ‘Wij zien ook steeds meer crisissituaties. Er worden dingen aan de voorkant gemist. Ouders weten de weg naar de wijkteams niet te vinden en wachten tot het eigenlijk te laat is. Steeds vaker krijgen we dan ook een melding via de huisarts’, zegt König.
Te weinig kennis over jeugdzorg
Vorige maand constateerde Van Zon al dat er bij veel wijkteams te weinig kennis over jeugdzorg in huis is. ‘Of dat de reden is dat er nu meer crisissituaties ontstaan, is niet duidelijk. Het kan betekenen dat er te lang gewacht is met het leveren van zorg of dat er door onbekendheid met de problematiek te veel doorgeschoten wordt naar het idee: er moet nu echt iets gebeuren.’ König ziet ook dat veel wijkteams op ouderen gericht zijn en niet de expertise voor jeugdzorg in huis hebben.
Wiebelige organisatie
Van Zon en König herkennen zich in het verhaal van de Kinderombudsman die stelt dat de toegang tot jeugdzorg niet goed geregeld is. ‘De toegang is op dit moment wiebelig georganiseerd. In sommige gemeenten gaat het goed, maar in sommige ook niet. Er moet nog veel gebeuren. De conclusie van de Kinderombudsman dat we nu experimenteren met kinderen deel ik niet. Wel zal een wijkteam deskundiger moeten worden of specialisten erbij moeten halen. Ik merk gelukkig dat we als jeugdzorgspecialisten steeds meer worden betrokken bij hulpvragen’, zegt Van Zon.
Volgens König zijn gemeenten en jeugdzorgorganisaties zoekende. ‘Alle routines zijn verdwenen. Er is veel tegelijk op z’n kop gegaan en dan moeten we ook nog bezuinigen. Maar zodra een kind bij ons in beeld is, nemen wij in ieder geval extra onze verantwoordelijkheid om het kind te helpen. Wij wijzen wijkteams er dan ook op dat er serieus werk van gemaakt moet worden en we helpen ze daar ook bij’, zegt König.
Te weinig specialistische kennis
Het probleem is dat er op dit moment te veel bureaucratische wegen bewandeld moeten worden voordat je bij het juiste loket bent met een hulpvraag. Was er voorheen één loket: Bureau Jeugdzorg. Nu heeft elke gemeente de toegang tot de zorg anders geregeld. Via een wijkteam, via een gemeenteloket of via een combinatie hiervan. ‘Veel wijkteams hebben ook geen specialistische jeugdzorgmedewerkers. Het gevaar hiervan is dat er niet vroeg genoeg een probleem geconstateerd worden. Ouders en kinderen kunnen problemen achterhouden als ze niet graag geholpen willen worden. En als specialist kun je dat herkennen. Voor iemand met onvoldoende kennis kan dat lastig zijn.’
König ziet dat gemeenten hard hun best doen. ‘Bij sommige gemeenten dringt het besef wel door dat ze te weinig kennis hebben en dat daar wat aan moet gebeuren.’ Verder merkt König dat de aanvragen weer toenemen. ‘In januari en februari zaten wij hadden we twee derde minder hulpvragen. Maar in maart zitten we weer op het oude niveau. Dus er is een verbetering te zien.’
Huisartsen bekend maken met jeugdzorg
Van Zon heeft besloten om in ieder geval de komende maanden veel tijd te steken om de kennis van Lindenhout onder de aandacht te brengen bij de wijkteams. ‘Maar ook huisartsen die naar Jeugdzorg door kunnen verwijzen, zijn nog niet altijd bekend met jeugdzorgorganisaties. Ook voor hen is het fijn als ze een gezicht kennen van een specialist. Dus wij willen dat de specialisten bekend worden bij de doorverwijzers. We merken nu ook dat we steeds vaker na het eerste keukentafelgesprek erbij betrokken worden. Dat moet steeds meer gebeuren en de bedoeling is dat we straks na een behandeling ook weer terug gaan verwijzen naar het wijkteam die de zorg weer over kan nemen. Dat is nieuw voor een wijkteam en dat zal wennen zijn.’
Minder aanmeldingen 0 tot 6 jaar
De laatste maanden is in ieder geval bij beiden de trend te ontdekken dat er steeds minder aanmeldingen komen voor hulp voor kinderen van 0 tot 6 jaar. Hoe dit komt en wat de consequenties hiervan zijn is niet duidelijk. ‘Het lastige is dat deze kinderen zelf geen hulpsignalen af kunnen geven. Huisartsen en scholen kunnen dat wel en dan hoop je dat deze mensen aan de bel trekken als er wat aan de hand is. Eigenlijk moeten we als samenleving alert zijn en onze ogen en oren openhouden en als het nodig is actie ondernemen’, zegt Van Zon.
Kwetsbare kinderen
Volgens Van Zon ligt het probleem niet altijd bij de kinderen, maar juist bij de problematische situatie van de ouders. Door onder andere psychiatrische problemen en verslavingsproblemen kan het zijn dat een kind niet de juiste aandacht krijgt. ‘Dit is een hele kwetsbare groep kinderen. Deze kun je alleen met hele specialistische en dure zorg helpen. Een verdere bezuiniging zal ontwrichtend werken. Wij zijn nu in gesprek met gemeenten over de keuzes die ze maken en de contracten zullen binnenkort weer afgesloten worden. Daar zal dit ook een bespreekpunt zijn’, zegt van Zon die hoopt dat er meerjarige contracten kunnen worden getekend zodat er in rust verder gebouwd kan gaan worden aan de jeugdzorg.
Tekort aan pleeggezinnen en gezinshuizen
König heeft tot nu toe alle bezuinigingen gehaald, behalve die op de 24-uurszorg. Van de 20% bezuiniging hierop is op dit moment de helft gerealiseerd. Hij weet nog niet waar hij de andere helft vandaan moet halen. ‘We hebben kinderen met trajecten van bijvoorbeeld negen maanden. We gaan geen afscheid nemen van kinderen als er geen andere plek is. Deze kinderen kun je ook niet zomaar naar huis sturen. Daar moet een plek voor gevonden worden. Eén van de oplossingen hiervoor zijn pleeggezinnen en gezinshuizen, maar hier is nu een tekort aan.’